Vocht- en zoutbeperking

Vocht- en zoutbeperking

Afhankelijk van de beoordeling van de arts kan er soms een vocht- en/of zoutbeperking geadviseerd worden. Ondanks dat er nog steeds geen significante positieve bijdrage op het voorkomen van symptomen bij hartfalen uit de literatuur blijkt worden deze beperkingen soms toch ingezet wanneer de cliënt daar geen hinder van ondervind.

Praktische tips bij vochtbeperking (28, 29)

• zet een maatkan in de keuken van 1,5 -2 liter (afhankelijk van de mate van de beperking). Als de cliënt gedurende de dag alle vocht die hij/zij gebruikt in dezelfde hoeveelheid aan water in de kan gooit, weet de cliënt wat aan vocht genuttigd wordt.

• maak een verdeling van de hoeveelheid vocht die gebruikt mag worden, dit voorkomt dat er `s avonds niet meer gedronken mag worden.

• medicijnen kunnen ook ingenomen worden met een lepel pap/yoghurt i.p.v. een glas water.

• het zuigen op een snoepje of kauwgom kan helpen bij een droge mond.

• producten met zout en suiker afraden omdat deze dorst veroorzaken.

• men moet minimaal 1,5 liter vocht worden gebruikt. Bij koorts, veel transpireren of diarree moet er meer vocht worden gebruikt.